Thaise papajasalade, ofwel som tam, is populair in heel Zuidoost-Azië. De smaak van deze salade kenmerkt zich door een bijzondere combinatie van zoet, zout, zuur en pittig.
DIT HEB JE NODIG
- 1½ el palmsuiker
- 1 el vissaus
- 1 of 2 teentjes knoflook
- 25g geroosterde pinda's
- 25g kousenband, in stukjes van 2,5 cm
- 1 el gedroogde garnalen, gemalen
- 120g groene onrijpe papaja
- 2 Thaise chilipepers, zonder zaad en zaadlijsten
- ½ limoen
- 50g kerstomaten; of 2 middelgrote tomaten, in 6 partjes
- Kleefrijst
- Vijzel en stamper
ZO MAAK JE HET
Schil de groene papaja en snijd het vruchtvlees in lange, dunne repen. Als u een mandoline heeft, gebruik dan de grove rasp. Doe de papaja in een grote kom en zet het opzij voor verder gebruik. Roer in een kom de palmsuiker door de vissaus tot de suiker is opgelost.
Doe de knoflook in een vijzel en stamp hem tot een pasta. Voeg de geroosterde pinda’s toe en stamp die samen met de knoflook fijn. Voeg de gestampte pasta aan de papaja toe en meng goed. Voeg daarna de kousenband, gedroogde garnalen en chilipepers toe en blijf goed mengen en voorzichtig stampen om de ingrediënten te kneuzen.
Voeg het palmsuikermengsel en de tomaten toe, knijp het limoensap erin en voeg de limoenschil toe aan het mengsel. Stamp alles nog 1 – 2 minuten door elkaar, maar niet te hard. Als het sap vrijkomt, moet u nog voorzichtiger stampen, zodat het niet spettert. Gooi de limoenschil weg, proef de saus en voeg zo nodig zout en peper toe. Er moet evenwicht zijn tussen het zoet, zuur, scherp en zout. Schep de papajasalade (inclusief het sap) op een bord.
Serveer samen met kleefrijst.